Tja, een vroege F-4B die zielig zat te kijken, dat kon ik natuurlijk niet over mijn kant
laten gaan, ondanks het feit dat ik me eigenlijk voorgenomen had echt nooit meer een Revell
Rivetmonster aan te raken.
Een aantal onderdelen van het model had bij de eerste keer eigenlijk al behoefte aan enige correcties
aan de pasvorm, maar verder ziet hij er uit als een netjes gebouwde en strak afgewerkte Phantom, als
ik een schatting moet maken, uit de jaren 70 of misschien net 80 van de vorige eeuw. Dat geeft hem een
slordige 35 jaar slijtage en verwering, en dat is, voorzichtig uitgedrukt, goed te merken. Het toch al
veel te donkere Humbrol 64 (destijds naast het Revell equivalent het enige lichte grijs op de makkelijk
verkrijgbare markt) is door vergeling nog donkerder geworden, het wit is licht bruin geworden, en ik
verdenk sommige gore plekken er van tussen nu en een paar jaar een cultuur te gaan ontwikkelen. De decals
zin ook niet helemaal fris en fleurig meer, maar dat boeit niet, die gaan er so-wie-so aan.
Mijn eigen versie van dezelfde kit, waarschijnlijk van vergelijkbare leeftijd, heeft het wat dat
betreft een stuk netter overleefd, maar was van het eerste moment al een
lelijk mormel..
Het model is gelukkig wel compleet, dus als ik niet zelf een aantal onderdelen in de poeier draai
of kwijt raak, hoef ik me daar geen zorgen om te maken. Zo op het eerste oog zijn alleen de pitots op de
staart gesneuveld; geen verrassing, want zelfs bij nieuwe kits zitten die soms al gebroken in de doos.
Als ik alle kieren netjes dicht wil krijgen en eerder genoemde passingsproblemen op wil lossen, ga ik met putty en schuurpapier aan de slag moeten. Niks mis mee, maar op een model met priegelig opliggend detail nogal verwoestend. Ik kan voorlopig nog niet beginnen aan dit model (de bak die ik gebruik om oude verf van modellen af te rotten is nog even ergens anders voor in gebruik), dus misschien kan ik me in de tussenliggende tijd genoeg moed in praten om de lijnen in te krassen voordat ik helemaal los ga met schuurpapier..
2017-04-09
De Phantom is eerder vandaag schoongerot met behulp van enige liters water en een halve kilo caustic soda.
De verf was zoals verwacht kansloos, en niet onplezierig bleek dat ook een groot deel van de lijm het nu
voor gezien hield, en ligt 'ie nu dus helemaal uit elkaar. Ik ga dat maar opvatten als een hint dat
rommelen met paneellijnen een goed idee is. In het ergste geval kan ik mijn gekras altijd nog overplamuren..
2017-04-23
Het krassen is begonnen, en tot dusver ben ik voorzichting optimistisch. Het zal echter wel wat tijd gaan
kosten; dit wil je geen uren achter elkaar doen, en er staan best veel lijntjes op..
2017-05-04
Het inkrassen zit er wel zo'n beetje op, en en passant heb ik daarmee ook een oerwoud aan
overdreven grote klinknagels weggepoetst.
2018-04-13
De Phantom is opnieuw een bouwdoos geworden, hoewel met een paar hele grote onderdelen en een paar
kleine probleempjes. Geen binnenste vleugelophangpunten te bekennen, net zo min als
de vrij normale brandstoftank onder de romp. Wel een enorm gapend gat in de romp waar
ooit eens een sokkel geweest moet zijn. De poten van het onderstel waren onhandig afgebroken,
en brokstukken waren achtergebleven in de wielbakken. Decals waren natuurlijk afwezig, en
de cockpit was onbereikbaar. Oh ja, en verder was het natuurlijk een ouwe jaren 60 kit..
Ondertussen had ik besloten dat er een traditioneel gebruik voor oude afgejakkerde vliegtuigen is: daar maak je drones van. Ik ontken uiteraard ten stelligste dat deze beslissing iets te maken heeft met het feit dat ik een flink aantal Hasegawa QF-4N kits op de plank heb staan, en dus verzuip in decals voor een dergelijk model.
Dit soort drones is zelden bewapend, hoewel er soms hele vreemde dingen aan de ophangpunten zitten. De openingen voor de vleugels van de Sparrow raketten moesten dus verdwijnen. Daarnaast was er behoefte aan een romptank, binnenste vleugelophangpunten, en DECM antennes voor op de luchtinlaten. Een en ander werd eerlijk gebietst uit de diverse onderdelenbakken.
2018-05-26
De cockpit was niet zoveel aan te doen, behalve de gaten achter de stoelen vol te proppen met
milliput en de hele zwik zwart te schilderen. De wielbakken werden schoongekrabd, en de poten van
het onderstel voorzien van Evergreen pinnen, met bijbehorende gaten door de vleugels en de wielbak
in de neus. Daarna was het een kwestie van de boel in elkaar plakken, en net zo lang smeren en
schuren tot het een Phantom werd. Ook het schilderwerk was routine.
De nieuwe decals waren niet helemaal lekker; het wit was niet in staat om het onderliggende oranje helemaal te dekken. Op de vleugels was het nog mogenlijk twee decals over elkaar te leggen, maar bij het gebit op de neus was dat natuurlijk onbegonnen werk.
terug naar het begin van Polleke.
terug naar de gelapte vleugels.